Aafke, Author at Intimideer mij niet
Ga naar de inhoud

Straatintimidatie is een probleem dat wereldwijd voorkomt. Iedereen kan dit meemaken. Helaas worden vrouwen, meisjes en ook de LHBTIQIA+ community regelmatig geïntimideerd op straat. Zij worden bijvoorbeeld uitgescholden, krijgen seksueel expliciete opmerkingen te horen of worden achtervolgd op straat. Straatintimidatie beperkt zich niet alleen tot de straten en het uitgaansleven. Ook winkelcentra, supermarkten en andere openbare plekken vormen een onderdeel van straatintimidatie. Zo kun je tijdens een wandeling in het park nagestaard worden, of tijdens het fietsen een ongepaste opmerking te horen krijgen.

Vormen van straatintimidatie

Straatintimidatie komt in verschillende vormen voor: non-verbaal, verbaal en fysiek. Soms begint het klein. Iemand fluit naar je terwijl je langsloopt, sist je na of tuurt minutenlang naar je lichaam alsof je een object bent. Of je merkt ineens dat iemand je opzettelijk volgt, te voet of langzaam rijdend in een auto. Dat is non-verbaal gedrag dat geen woorden nodig heeft om je onveilig te laten voelen.

De tweede vorm is verbaal: expliciete opmerkingen over je lichaam, seksuele toespelingen, of ongevraagde vragen als: “Mag ik je nummer?”, “Ga je naar huis, mag ik mee?” of als je queer bent: “Willen jullie een trio?”. Als je niet meegaat in het gesprek, kunnen de opmerkingen ineens omslaan in scheldwoorden: “Hoer”, “slet”, “kutwijf”. 

Als laatste is er fysieke straatintimidatie: een hand die opeens op je bil ligt tijdens het uitgaan. Iemand die je ongevraagd aanraakt of je plotseling tegen een muur duwt. Soms zelfs iemand die je probeert mee te trekken in een steegje. Dat is niet alleen intimiderend: het komt gevaarlijk dicht bij aanranding.

Wat al deze vormen gemeen hebben, is dat ze geen compliment zijn. Ze zijn bedoeld om je te controleren, te domineren of je het gevoel te geven dat je plek niet op straat is. En dat gevoel — dat je moet oppassen, dat je moet nadenken over je kleding of je route — dat blijft hangen en laat zijn sporen na.

Wie zijn de slachtoffers en daders van straatintimidatie?

Hoewel iedereen het kan meemaken, zijn vooral vrouwen, meisjes en LHBTIQIA+ personen regelmatig slachtoffer van straatintimidatie. De reden dat deze groepen vaker doelwit zijn, is niet toevallig. Straatintimidatie is geworteld in sociale machtsverhoudingen en gendernormen. Het is een manier om mensen die ‘afwijken van de norm’ op hun plek te zetten. Voor LHBTIQIA+ personen is het vaak een straf voor het doorbreken van genderverwachtingen of seksuele normen, zoals hand in hand lopen met je partner.

Straatintimidatie kan in theorie door iedereen worden gepleegd, maar in de praktijk zijn het bijna altijd mannen. Om precies te zijn, in 70% van de gevallen is de dader een man (Plan International, 2023). Dat heeft te maken met diepgewortelde genderrollen over welke rol mannen zouden moeten aannemen in onze samenleving. In de samenleving  wordt er nog vaak macht uitgeoefend over vrouwen en queer personen. 

Media spelen hierin een rol. Denk bijvoorbeeld aan muziek, porno of reclames waarin vrouwen als lustobject worden neergezet. Ook groepsdruk onder jongens versterkt dit gedrag: in groepen voelen sommigen de drang om hun mannelijkheid te bewijzen. Als jongeren thuis of op school geen goede seksuele opvoeding krijgen, leren ze grenzen vooral van elkaar of van de straat. Zo blijft een cultuur bestaan waarin intimidatie wordt goedgepraat of zelfs aangemoedigd. Vaak wordt er niet nagedacht over de impact van gedrag. 

Impact op het dagelijkse leven

Straatintimidatie beperkt de vrijheid van mensen. Letterlijk. Het beïnvloedt waar je loopt, hoe laat je ergens bent, wat je aantrekt en met wie je over straat gaat. Soms ontwijk je bepaalde buurten of vermijd je het OV. In het ergste geval: je mist school, werk of stopt met sporten.

Volgens Plan International (2023) heeft 83% van de Nederlandse meisjes tussen 16 en 27 jaar te maken gehad met straatintimidatie. 63% van hen geeft aan dat dit hun bewegingsvrijheid beïnvloedt.

Wat vaak onderschat wordt, is het effect van herhaalde ‘kleine’ voorvallen. Ook als er geen fysiek geweld bij komt kijken, laat straatintimidatie mentale sporen achter. Denk aan hyperalertheid, angst of vermijding van openbare plekken.

Dit noemen we “accumulatief trauma” of ook wel chronisch klein trauma. Het is een vorm van somatisch trauma, waarbij het lichaam constant ‘aan’ blijft staan door herhaalde stressprikkels. Je lichaam onthoudt wat er is voorgevallen, zelfs als je hoofd het weg probeert te stoppen (The Body Keeps the Score
Bessel Van Der Kolk).

.

Straatintimidatie is geen incident, maar een structureel probleem dat diepgeworteld is in onze samenleving. De cijfers spreken daarin voor zichzelf en laten zien hoe breed dit probleem is en hoe genormaliseerd we dit gedrag soms kunnen zien.

Een confronterend beeld
Uit onderzoek van Plan International uit 2023 blijkt dat maar liefst 83% van de Nederlandse meisjes en jonge vrouwen tussen de 15 en 25 jaar ongewenst seksueel gedrag in de openbare ruimte heeft ervaren. Voor 63% van hen heeft dit geleid tot het beperken van hun bewegingsvrijheid: ze mijden het openbaar vervoer, sportclubs of hobby’s en missen in het uiterste geval school of werk. Daarnaast blijkt uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag 2022 dat 17,8% van de vrouwen en 7,5% van de mannen slachtoffer is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. 

Wat extra confronterend is: seksuele intimidatie begint vaak al op jonge leeftijd. Uit onderzoek van Plan International (2023) blijkt dat meisjes en jonge vrouwen tussen de 12 en 27 jaar het vaakst te maken krijgen met straatintimidatie. Daarna nemen de meldingen af. Niet omdat het probleem verdwijnt, maar omdat vrouwen vaker strategieën ontwikkelen om het te vermijden en bijvoorbeeld minder in de openbare ruimte aanwezig zijn. Het feit dat intimidatie zo vroeg begint, laat zien hoe seksueel grensoverschrijdend gedrag diep verweven zit in onze samenleving en al jarenlang wordt genormaliseerd. Meiden moeten zich al op de middelbare school aanpassen. Denk aan kleding aanpassen, routes vermijden, oortjes in doen, alert zijn. De openbare ruimte is voor hen dus zelden neutraal. Laat staan veilig.

LHBTIQIA+ gemeenschap: dubbel geraakt
LHBTIQIA+ personen worden vaak geconfronteerd met straatintimidatie, vooral wanneer hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit zichtbaar is. In Rotterdam bleek uit onderzoek dat veel LHBTIQIA+ personen ervoor kiezen om niet hand in hand te lopen of opvallende kleding te dragen, uit angst voor negatieve reacties zoals uitschelden, aanstaren of zelfs fysiek geweld. Uit de Veiligheidsmonitor 2023 blijkt dat 25% van de LHBTQIA+ personen van 15 jaar of ouder in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer was van traditionele criminaliteit, waaronder geweldsdelicten. Non-binaire personen zijn hierbij het vaakst slachtoffer. De LHBTIQIA+ community is dan ook vaak een groep die dubbel wordt geraakt met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag. 

De rol van sociale media in straatintimidatie
Sociale media spelen een grote rol in hoe jongeren genderrollen en seksueel gedrag waarnemen. Platforms zoals Instagram, TikTok en Snapchat zijn voor veel jongeren een bron van sociale druk én seksistische normen. Onderzoek van Plan International (2023) laat zien dat 58% van de jonge vrouwen tussen de 15 en 25 jaar in Nederland online seksuele intimidatie ervaart. Deze digitale intimidatie heeft gevolgen offline: jongeren internaliseren bepaalde denkbeelden, waardoor seksueel grensoverschrijdend gedrag op straat genormaliseerd wordt. Invloedrijke figuren zoals Andrew Tate versterken dit. Zijn seksistische uitspraken dragen bij aan een cultuur waarin vrouwen als minderwaardig worden gezien en intimidatie als ‘normaal’ gedrag. Hierdoor vervagen de grenzen tussen online en offline intimidatie steeds verder.

Wat zeggen deze cijfers?
De cijfers laten zien dat straatintimidatie een wijdverspreid probleem is dat diep ingrijpt in het dagelijks leven van velen. Het beperkt de vrijheid, veiligheid en zelfexpressie van slachtoffers en draagt bij aan een cultuur waarin intimidatie genormaliseerd wordt. Het is essentieel dat we deze cijfers serieus nemen en gezamenlijk werken aan een samenleving waarin iedereen, ook queer personen en vrouwen, zich vrij en veilig kunnen voelen in de openbare ruimte.