In 2022 gaf 1 op de 8 Nederlanders van 16 jaar of ouder aan in de afgelopen twaalf maanden seksueel grensoverschrijdend gedrag te hebben meegemaakt. En meer dan de helft van de jonge vrouwen (52%) was naar eigen zeggen afgelopen jaar slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Seksuele intimidatie is een pandemie die, sinds we als mensen op deze aarde rondlopen, al aan de hand is. Maar voordat we het kunnen oplossen, moeten we eerst begrijpen welke sociale systemen er aan ten grondslag liggen. Hieronder vier keer, vier systemen blootgelegd zodat jij oom Henk aan de koffietafel eens even kan vertellen hoe het zit.
#1: VICTIM BLAMING
Bij victim blaming krijgt een slachtoffer te horen dat diegene zelf schuld heeft aan het incident wat is voorgevallen. Bij intimiderende incidenten tijdens het uitgaansleven komt victim blaming vaak voor. De reacties komen van zowel omstanders, als vrienden, als onbekenden. Bijvoorbeeld: ‘Waarom heb je je dan ook zo gekleed? Dan vraag je er wel een beetje om.’ Dit soort reacties zorgen voor het in stand houden van het probleem. De verantwoordelijkheid wordt namelijk bij het slachtoffer gelegd, en het intimiderende gedrag van de pleger wordt gebagatelliseerd. Dit creëert een vicieuze cirkel: het slachtoffer gaat zichzelf sneller de schuld geven, en de pleger gaat het gedrag als normaal beschouwen en het hierdoor sneller herhalen.
Naast dat omstanders en slachtoffers de ernst van de zaak zelf (vaak) bagatelliseren en de schuld verschuiven, doen plegers dit ook. De plegers praten het gedrag goed door het ontkennen van de schade en het slachtofferschap. Dit wordt in de criminologie gezien als 2 van de 5 neutralisatietechnieken. Het ontkennen van het slachtofferschap houdt in dat de pleger de schuld bij het slachtoffer legt. Deze vorm van victim blaming is vaak gebaseerd op de sociale normen en genderrollen. Zo vindt er namelijk bij het verschuiven van de schuld vaak een vorm van slut shaming plaats. Slut shaming is het bekritiseren van vrouwen/meisjes op hun (openlijke) seksualiteit. Hierbij worden hun gedrag, houding en/of kleding als sletterig ervaren, en zouden ze daarmee seksuele handelingen uitlokken. Plegers geven daarnaast aan dat ze het gedrag tonen uit respect en vanuit de overtuiging dat de vrouw het op prijs stelt. Dit valt allebei onder het ontkennen van schade. Met deze gedachten ontkent de pleger de schade die zijn gedrag bij het slachtoffer aanricht.
#2: MALE-ENTITLEMENT
Seksuele intimidatie heeft te maken met het uitdragen van mannelijkheid, en dan vooral in groepsverband. We zien dat mannen in dit soort omgevingen sneller het gevoel hebben dat ze iets moeten bewijzen. Het gaat dan op dat moment om machtsrelaties. Hoewel een man misschien niet letterlijk denkt: ‘Ik heb het recht om jou op een seksueel intimiderende manier aan te spreken’, is het wel een onderliggende of onbewuste gedachte. Male-entitlement gaat over de overtuiging van een man dat hij het recht heeft op bepaalde dingen zoals seks, omdat hij nou eenmaal van het mannelijke geslacht is. Als er vervolgens een afwijzing komt, dan zal de dader hier mogelijk boos op reageren gezien hij in de veronderstelling is dat het zijn recht is.
‘Ik liep in het park en een man riep naar mij “heee meisje ziet er goed uit hoor”, ik riep ‘’nou hoeft niet hoor’’ en toen zei hij ‘’nou dan ben je een vuile kanker hoer.’’ – Melding www.initmideermijniet.nl | 21-04-2023
Dit voorrecht wordt gevoed door de genderrollen die we presenteren in de maatschappij, in de media en in de opvoeding. Vooral mannen die in transitie gaan of zitten erkennen dit mannelijke privilege. Zij spreken regelmatig over hoe zij als vrouw minder serieus werden genomen en zich meer zorgen moesten maken over hun veiligheid. In het leven van een (cisgender) man zijn dit, over het algemeen, zorgeloze onderwerpen.
#3: HETERONORMATIVITEIT
Wanneer men over heteronormativiteit praat, gaat het over sociale structuren waarin heteroseksualiteit als standaard – norm – wordt beschouwd. Het gaat dan niet enkel over heteroseksuele relaties, maar om het gehele systeem daaromheen. De traditionele gendernormen zijn opgebouwd vanuit een heteroseksueel geloof. Het geloof dat er twee tegenovergestelde genders zijn met allebei hun eigen sociale rol: de man en de vrouw. Het zorgt voor een stigmatisering van mensen die niet voldoen aan deze normen. Dit heeft een direct verband met seksuele intimidatie en homofobie. Omdat de oorzaak van geweld tegen vrouwen en geweld tegen LHBTIQ+ers gelinkt zijn aan elkaar, is het van belang dat, wanneer je je uitspreekt tegen straatintimidatie, je beide groepen benoemd en beschermd.
Ik zette mijn vriendin af omdat zij naar de kapper ging en gaf haar in de auto een kus. Toen zij uitstapte, liep een man langs die homofobe dingen naar haar riep, waaronder dat we kinderen verkrachten. – Melding www.initmideermijniet.nl | 03-12-2023
#4: INTERSECTIONALITEIT
Intersectionaliteit gaat om kruispuntdenken. Een persoon heeft meerdere identiteitsaspecten waar diegene op gediscrimineerd of geprivilegieerd wordt. Iemand kan vrouw zijn en zwart. En lesbisch. En een alleenstaande moeder. En ook nog slechtziend. Heb je het plaatje? Voeg er dan ook nog aan toe dat ze rijk is, erg rijk. Opeens is het plaatje anders. Want iemand die rijk is, neemt een geheel andere positie in de maatschappij in dan iemand die minder welvarend is, ook al leiden ze verder exact hetzelfde leven. Dat is, in een notendop, intersectionaliteit. Ingewikkeld? Binnen de context van seksuele intimidatie zien we bijvoorbeeld dat biseksuele vrouwen het vaakst worden geïntimideerd. Doordat ze vrouw zijn en biseksueel ontstaat het idee dat deze mensen hyperseksueel zijn en dat dit valse idee een uitnodiging is voor seksuele intimidatie.
Voor mensen die in het dagelijks leven te maken hebben met discriminatie en de machtsposities van anderen, is intersectionaliteit waarschijnlijk niet zo moeilijk te begrijpen: ze ervaren het al. Ingewikkeld is het voor mensen die een comfortabele plek op de diverse assen hebben. Bij hen beïnvloeden de assen elkaar op een positieve manier. Dit kun je vergelijken met de wind; wind mee merk je minder snel op dan wind tegen. Sterker nog, bij wind mee kan je zelfs denken dat het niet waait.
Maak jij straatintimidatie mee of zie je het gebeuren? Je kan hier een melding van maken op ons straatintimidatie meldpunt www.intimideermijniet.nl. Dankzij dit meldpunt maken we inzichtelijk wat, waar, door wie, wanneer en hoe straatintimidatie ontstaat.
Straatintimidatie is geen incident, maar een structureel probleem dat diepgeworteld is in onze samenleving. De cijfers spreken daarin voor zichzelf en laten zien hoe breed dit probleem is en hoe genormaliseerd we dit gedrag soms kunnen zien.
Een confronterend beeld
Uit onderzoek van Plan International uit 2023 blijkt dat maar liefst 83% van de Nederlandse meisjes en jonge vrouwen tussen de 15 en 25 jaar ongewenst seksueel gedrag in de openbare ruimte heeft ervaren. Voor 63% van hen heeft dit geleid tot het beperken van hun bewegingsvrijheid: ze mijden het openbaar vervoer, sportclubs of hobby’s en missen in het uiterste geval school of werk. Daarnaast blijkt uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag 2022 dat 17,8% van de vrouwen en 7,5% van de mannen slachtoffer is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Wat extra confronterend is: seksuele intimidatie begint vaak al op jonge leeftijd. Uit onderzoek van Plan International (2023) blijkt dat meisjes en jonge vrouwen tussen de 12 en 27 jaar het vaakst te maken krijgen met straatintimidatie. Daarna nemen de meldingen af. Niet omdat het probleem verdwijnt, maar omdat vrouwen vaker strategieën ontwikkelen om het te vermijden en bijvoorbeeld minder in de openbare ruimte aanwezig zijn. Het feit dat intimidatie zo vroeg begint, laat zien hoe seksueel grensoverschrijdend gedrag diep verweven zit in onze samenleving en al jarenlang wordt genormaliseerd. Meiden moeten zich al op de middelbare school aanpassen. Denk aan kleding aanpassen, routes vermijden, oortjes in doen, alert zijn. De openbare ruimte is voor hen dus zelden neutraal. Laat staan veilig.
LHBTIQIA+ gemeenschap: dubbel geraakt
LHBTIQIA+ personen worden vaak geconfronteerd met straatintimidatie, vooral wanneer hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit zichtbaar is. In Rotterdam bleek uit onderzoek dat veel LHBTIQIA+ personen ervoor kiezen om niet hand in hand te lopen of opvallende kleding te dragen, uit angst voor negatieve reacties zoals uitschelden, aanstaren of zelfs fysiek geweld. Uit de Veiligheidsmonitor 2023 blijkt dat 25% van de LHBTQIA+ personen van 15 jaar of ouder in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer was van traditionele criminaliteit, waaronder geweldsdelicten. Non-binaire personen zijn hierbij het vaakst slachtoffer. De LHBTIQIA+ community is dan ook vaak een groep die dubbel wordt geraakt met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag.
De rol van sociale media in straatintimidatie
Sociale media spelen een grote rol in hoe jongeren genderrollen en seksueel gedrag waarnemen. Platforms zoals Instagram, TikTok en Snapchat zijn voor veel jongeren een bron van sociale druk én seksistische normen. Onderzoek van Plan International (2023) laat zien dat 58% van de jonge vrouwen tussen de 15 en 25 jaar in Nederland online seksuele intimidatie ervaart. Deze digitale intimidatie heeft gevolgen offline: jongeren internaliseren bepaalde denkbeelden, waardoor seksueel grensoverschrijdend gedrag op straat genormaliseerd wordt. Invloedrijke figuren zoals Andrew Tate versterken dit. Zijn seksistische uitspraken dragen bij aan een cultuur waarin vrouwen als minderwaardig worden gezien en intimidatie als ‘normaal’ gedrag. Hierdoor vervagen de grenzen tussen online en offline intimidatie steeds verder.
Wat zeggen deze cijfers?
De cijfers laten zien dat straatintimidatie een wijdverspreid probleem is dat diep ingrijpt in het dagelijks leven van velen. Het beperkt de vrijheid, veiligheid en zelfexpressie van slachtoffers en draagt bij aan een cultuur waarin intimidatie genormaliseerd wordt. Het is essentieel dat we deze cijfers serieus nemen en gezamenlijk werken aan een samenleving waarin iedereen, ook queer personen en vrouwen, zich vrij en veilig kunnen voelen in de openbare ruimte.
In deze blog behandelen we de drie belangrijkste stakeholders als het gaat om straatintimidatie (slachtoffers, omstanders & daders) en geven we concrete handvatten wat elk van deze stakeholders kan doen.
Wat kun je doen als slachtoffer?
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen – je ‘zoek mijn vrienden’ aanzetten, bellen als je thuiskomt, je fietssleutels als wapen in je hand houden – kun je intimidatie niet altijd voorkomen. En dat ligt nooit aan jou. Toch voelen veel mensen zich na zo’n situatie machteloos.
Wist je dat veel mensen verstijven in ongemakkelijke of gevaarlijke (seksuele) situaties? Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 70% van de slachtoffers bevriezen tijdens seksueel geweld (Slachtofferhulp Nederland). Je lichaam kiest dan automatisch voor de bekende ‘fight, flight, freeze’ reactie. Je bevriest, zelfs als je dat niet wilt. Je lichaam schakelt over op overleven. En dat is normaal. Dat is geen zwakte. Dat is natuur.
Als het je lukt om actie te ondernemen, zijn dit dingen die je kunt doen:
- Vertrouw op je instinct. Als iets niet goed voelt, dan ís het vaak ook niet goed. Neem dat gevoel serieus.
- Vermijd fysieke confrontaties als dat veiliger is. Jouw veiligheid staat voorop.
- Gebruik je telefoon als wapen. Film of fotografeer als dat lukt. Wist je dat je op je telefoon een noodoproep kunt instellen? Hiermee kun je stil 112 bellen, een alarm laten afgaan of je SOS-contactpersonen automatisch waarschuwen.
- Zoek hulp. Bel de politie, Centrum Seksueel Geweld of vertrouw iemand in je omgeving. Of meld het (anoniem) via intimideermijniet.nl. Durf je geen contact op te nemen met de politie of andere instanties? Wij kunnen je daarbij helpen.
- Waarom melden belangrijk is? Niet alleen voor jouw verwerking, maar ook om duidelijk te maken waar het onveilig is. Jouw melding helpt mee aan een stad waar iedereen zich veilig kan voelen.
De rol van omstanders
Omstanders maken of breken een situatie. En toch doen we nog te vaak niets. Uit angst, onzekerheid of omdat we denken: “Het is mijn zaak niet.” Dat noemen we ook wel het bystander effect. Dit is een psychologisch fenomeen waarbij mensen minder snel helpen in noodsituaties als er anderen aanwezig zijn. Mensen denken dan vaker dat iemand anders wel zal ingrijpen.
Twee factoren zijn hier van belang:
- Verspreiding van verantwoordelijkheid: De waargenomen verspreiding van verantwoordelijkheid betekent dat hoe meer toeschouwers aanwezig zijn, hoe minder vaak we de persoonlijke verantwoordelijkheid voelen om actie te ondernemen.
- Sociale invloed: Dit betekent dat mensen het gedrag van anderen in de gaten houden om te bepalen hoe ze moeten handelen. Daardoor ontstaat er als het ware een ‘freeze modus’.
Juist jouw aanwezigheid kan een wereld van verschil maken. Dus wil jij de perfecte ally zijn? Dat kan via het Bystander Intervention model:
- Herken grensoverschrijdend gedrag: Leer de signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag herkennen. Blijf aanwezig en let op. Aanwezig blijven, kijken en laten merken dat jij ziet wat er gebeurt, kan de pleger al afschrikken. Jouw aanwezigheid geeft het slachtoffer een gevoel van steun en veiligheid.
- Zie de ernst van de situatie in: weet dat je die sneller onderschat als anderen niets doen.
- Voel je verantwoordelijk: Laat de aanwezigheid van anderen je gevoel van actie niet remmen.
- Weet hoe je kunt ingrijpen: Vraag: “Ben je oké?” en let op lichaamstaal. Een ‘ja’ moet een enthousiaste ja zijn. Leid mogelijk de dader af of verzin een smoes: “Loop even mee, ik moet je iets laten zien.” Zo haal je het slachtoffer of de dader uit de situatie.
- Beslis om te handelen: Wees je bewust van je eigen twijfel en doe het toch. Voel je je niet veilig? Vraag hulp aan een beveiliger, medewerker of andere omstander. Geef duidelijke opdrachten: “Wil jij de politie bellen?” of “Kom je even helpen?”
Goed nieuws: je kunt dit oefenen. Ja, echt. De organisatie Fairspace biedt trainingen aan via Doe mee met 5D. Met deze online tool leer je aan de hand van vijf strategieën – Direct, Distract, Delegate, Delay en Document – hoe jij kunt ingrijpen bij intimidatie. Want ally zijn is een spier die je kunt trainen.
Wat kun je doen als dader?
“Ik ben geen dader.” Dat is wat bijna iedereen zegt. Toch blijkt uit onderzoek dat veel plegers van intimidatie zichzelf niet als dader zien. Zo geven jonge mannen aan dat ze vrouwen onbewust nastaren en een kwart van hen vindt het geoorloofd om vrouwen op straat te complimenteren over hun lichaam (Plan Internationaal). Heb je ooit iemand nageroepen? Gefloten? Te lang aangestaard? Een opmerking gemaakt over iemand z’n lichaam op straat? Misschien heb je het niet zo bedoeld. Maar de ander voelde zich onveilig.
Het is van belang dat we afkomen van het beeld dat mensen die op straat intimideren alleen ‘enge mannen in steegjes’ zijn. Daders vrienden, familie en soms zelfs jijzelf. En juist daarom is het belangrijk dat we met een andere blik naar daderschap gaan kijken. Zo kunnen we namelijk échte verandering creëren. Niet met alleen straffen. Maar met bewustzijn. Reflectie. En verantwoordelijkheid nemen voor wat we doen én wat we laten.
Vraag jezelf af: ‘Wat is mijn intentie als ik iemand aanspreek op straat?’, of, ‘Heb ik ooit iemand onbedoeld bang gemaakt?’, of, ‘Hoe reageer ik als iemand me aanspreekt op mijn gedrag?’
Wat is consent?
Dit alles heeft met consent te maken. Consent is géén vinkje of administratieve taak die je afvinkt en dan weer vergeet. Consent is een levendig, actief, voortdurend proces. Een handige manier om te onthouden wat consent echt inhoudt is door middel van de consent fries.
Freely given: Vrijwillig gegeven.
Reversible: Kan op elk moment worden ingetrokken.
Informed: Gebaseerd op volledige informatie.
Enthusiastic: Met enthousiasme gegeven (verbaal en non-verbaal).
Specific: Specifiek waar je toestemming voor geeft. Zo kun je toestemming geven om een gesprekje aan te knopen op straat, maar betekent dat niet dat je ook je nummer wilt meegeven.